Het is één van de dingen die op mijn bucketlist staat: Samen met mijn zoon het Anne Frank Huis bezoeken. Of nou ja, stond kan ik beter zeggen. Want inmiddels kan ik dit afvinken. Samen met mijn zoon van 9 ben ik met de trein naar Amsterdam gegaan om een bezoek te brengen aan het Anne Frank Huis.
Leeftijdsadvies
Het Anne Frank Huis geeft als advies een minimumleeftijd voor kinderen van 10 jaar. Als kinderen jonger zijn, dan is het aan de ouders om te beslissen of hun kind klaar is voor een toch redelijk zwaar onderwerp als het Anne Frank Huis. Mijn zoon vroeg me al maanden wanneer we naar het achterhuis zouden gaan. Op school heeft hij in zijn extra tijd heel wat vragen over Anne Frank beantwoord en een presentatie over haar gemaakt. Dus de interesse is er zeer zeker wel. Daarnaast hebben wij al meer dingen met betrekking tot de Tweede Wereldoorlog samen bezocht, dus dat hij er klaar voor was, daar twijfelde ik niet aan.
Opekta
Wanneer je je kaartje hebt laten controleren krijg je een audiotour. Deze is beschikbaar in negen verschillende talen waardoor elke bezoeker alles kan horen over de geschiedenis van het pand aan de Prinsengracht 263. Wanneer je de audiotour ontvangen hebt in de door jou gewenste taal, is het goed om eerst een sanitaire stop in te lassen. Pas als je door het museum heen bent kan je anders namelijk weer naar het toilet.
Daarna begin je in het werkelijke kantoorpand waar het Achterhuis aan vast zit. In het Voorhuis oftewel Opekta dus. Het pand waarin een vruchtenpoeder gemaakt en verkocht werd waarmee vrouwen relatief eenvoudig jam konden maken. Naast Otto Frank, die de eigenaar van Opekta was, was de bekendste medewerkster natuurlijk Miep Gies. Zij is de vrouw die de familie Frank wist te onderhouden samen met natuurlijk de andere 3 kantoormedewerkers van Opekta. Miep Gies is ook de persoon die na de arrestatie het dagboek van Anne Frank veilig wist te stellen en het in juli 1945 aan Otto Frank terug gaf.
Ongemeubileerd
Zowel het Voorhuis als het Achterhuis zijn ongemeubileerd. Enerzijds vanwege de kleine ruimtes, anderzijds omdat Otto Frank dit niet wilde. Het was te confronterend voor hem. Wel is er een tweetal maquettes beschikbaar waarin het Achterhuis gemeubileerd te zien is.
Klein
Eenmaal door het Voorhuis heen kom je bij de bekende boekenkast die nu altijd open staat. Daarachter een smalle, steile trap die naar de eerste verdieping van het Achterhuis leidt. In het Achterhuis zijn nog altijd originele attributen te zien van de familie Frank, zoals de bekende streepjes op de muur die Otto Frank zette om zo Margot en Anne op te kunnen meten en hun groei te zien. Ook staat er nog een deel van het originele aanrecht en hangen er nog foto’s op de muur van de slaapkamer van Anne.
Lopend door de kamers vertelde ik mijn zoon wie waar sliepen. Zijn ogen werden groot toen hij hoorde dat op één slaapkamer meestal twee onderduikers sliepen. Waarop hij dan vervolgens aangaf dat volgens hem twee bedden en een bureau nooit op een kamer zouden passen. Maar het paste, al was er dan niet heel veel ruimte meer over om te lopen.
Stil
Terwijl wij door het Anne Frank Huis liepen werd mijn zoon steeds stiller en knuffeliger. Een teken voor mij dat het hele bezoek wel binnenkwam bij hem. Toen we in het museumcafé nog even zaten met uitzicht op de Prinsengracht vertelde hij ook dat hij het zich niet voor kon stellen dat de Familie Frank en de andere onderduikers daar zolang hebben gezeten terwijl ze niet naar buiten konden. En dat snap ik ook. Ik denk dat het ook niet voor te stellen is hoe dat allemaal zou zijn.
Toegang
Wil jij zelf het Anne Frank Huis bezoeken? Houd er dan rekening mee dat kaarten snel uitverkocht zijn. Je moet van te voren via de website je kaartjes aanschaffen en een keuze maken uit een tijdslot van een kwartier waarin je het museum kan betreden. Vervolgens kan je zo lang als je wilt het museum bezoeken en alles in je eigen tempo bezichtigen. De Westermarkt, waaraan de ingang ligt, is goed te bereiken met het OV, maar ook heel goed lopend te doen vanaf het centraal station van Amsterdam en de Dam.
Hoewel ik jaren in Amsterdam woon en het nu nogsteeds op steenworp afstand ligt, ben ik er nog nooit geweest.
Ik weet het eigenlijk niet. Ergens heb ik het idee van wel, maar ik heb ook een herinnering aan enorme drukte.